Er zit gevaar in de lucht, ik ruik het

Slechts VIJF van de 67 Joodse inwoners van Oldenzaal, een kleine stad in het oosten van Nederland, overleefden de Tweede Wereldoorlog.

Nora Corwin (1939) is de derde en jongste dochter van het echtpaar Henri Max Cohen en Dientje ter Mors. Op 4 juni 1955 hebben zij en hun drie dochters hun achternaam veranderd van Cohen in Corwin, het is de tijd van de Koude Oorlog.

Nora had reeds het einddiploma van de AKI – de Academie voor Kunst en Industrie in Enschede op zak toen ze in 1960 aan de Universiteit van Groningen kunstgeschiedenis ging studeren. Ze richtte in 1978 een uitsluitend met vrouwen gerund makelaarskantoor op in Den Haag, waarvan ze afscheid nam in het jaar 2000. Aangespoord door een tot haar gerichte antisemitische opmerking van een collega, besloot ze de geschiedenis van haar Joodse vader vast te leggen. Zij schreef een boek over haar vader en haar familie dat via deze web site gratis kan worden gedownload onder de titel :

Er zit gevaar in de lucht, ik ruik het, levensbericht van Henri Max Corwin 1903-1962.

Het boek beschrijft op een ernstige maar ook gemoedelijke en  geestige wijze het gehele leven van Henri Cohen  in drie fasen:

  • van 1903 tot 1940, waarin hij deel uitmaakte van de hechte Joodse gemeenschap in  Oldenzaal
  • van 1940 tot 1945, de uiterst beklemmende oorlogsjaren waarin hij onzichtbaar moest zijn maar toch heel actief was
  • de jaren vanaf 1945 tot zijn te vroege dood in 1962, een periode waarin hij gepassioneerd lezingen hield over het lot van de Joden in de oorlog en de genealogie documenteerde van de Joodse families in het oosten des lands.

Drie jaar na de nederlaag van Duitsland wordt de lege Oldenzaalse synagoge door de Gemeente Reiniging gebruikt als opslagruimte en ernaast komt een urinoir te staan. Het geeft de algemene stemming in het Nederland van die dagen weer: er is een sfeer van totale onverschilligheid ten opzichte van de overlevende Joden.

Harry Cohen is aan het eind van de oorlog 42 jaar, hij is een van die 5 overlevenden en Oldenzaal is zijn woonplaats. Zijn familie heeft zich daar in de 18e eeuw gevestigd.
Harry is een ondernemende en originele jongeman: op zijn 18e leidt hij al zijn eigen toneelgroep – Scaena et Musica – en in de volgende jaren schrijft hij teksten voor revues en treedt op als regisseur. Hij volgt zijn vader op als directeur van zijn textielfabriek en is een actief lid van de Joodse gemeente. In de jaren ’30 smokkelt hij tezamen met zijn jonge verloofde Geraldine Joodse vluchtelingen en hun bezittingen over de Duitse grens naar Nederland. De Franse regering verleent hem daarvoor een decoratie en Albert Einstein schrijft hem een dankbare brief.

Door uit een rijdende trein te springen ontkomt Harry aan de SD; hij duikt onder en wacht zo de bevrijding af. In zijn dagboek beschrijft hij zorgvuldig de dagelijkse gebeurtenissen van die tijd.

In de jaren na 1945 raakt hij aangeslagen door de algemene onverschilligheid met betrekking tot de effectiviteit van de Nazi politiek; hij besluit de bevolking te confronteren met het kwaad van hun propaganda en met het gebrek aan respect van de Nazi’s voor andere rassen en religies.

Hij brengt een uitgebreide collectie Nazi postzegels en ander propagandamateriaal bijeen en stelt die ten toon. Daarnaast reist hij het land door om over dit onderwerp lezingen te geven. Deze web site heeft hetzelfde doel voor ogen: namelijk de wereld oproepen tot waakzaamheid ten opzichte van het kwaad van de deze en vergelijkbare propaganda.

Het boek is vanaf 23.10.2020 verkrijgbaar in de boekhandel en via bol.com. Hieronder de inhoudsopgave :

De familie Cohen in 1950. Van rechts naar links : Dientje, Nora, Sonja, Eva en Henri Max. De foto is gemaakt door de Joodse fotograaf Löhnberg uit Enschede.